Groene en leefbare stad
Wie denkt bij een stad aan groen, rust en schone lucht? Het is niet omdat we het vandaag anders gewoon zijn, dat zo’n stad niet mogelijk zou zijn. Brugge transformeren naar een plek waar het gezond en aangenaam leven is, vraagt wel om visie en daadkracht. Een coherente aanpak van de verschillende bronnen van luchtvervuiling. Het in elkaar passen van de verschillende vormen van groen en natuur om elke buurt aangenamer te maken. En een beleid dat afval zo veel mogelijk voorkomt, hergebruikt en recycleert. Dan ligt een leefbare stad binnen handbereik.
Wat wij willen
Eén. Meer propere lucht, minder lawaai
- We stellen een geïntegreerd propere luchtplan op dat de drie grote bronnen van luchtvervuiling aanpakt: de industrie, de lokale uitstoot van auto’s en de huisverwarming.
- We volgen de uitstoot van lood en andere schadelijke stoffen op de voet en dwingen waar nodig bijkomende maatregelen af.
- We verplaatsen vrachtvervoer zo veel mogelijk van vrachtwagens naar het spoor en het water.
- Door in het openbaar vervoer en de fietsinfrastructuur te investeren, realiseren we de verschuiving van de auto naar duurzame vervoersmodi.
- We willen een Brugs fietsdeelsysteem opstarten voor heel Brugge.
- We leggen een warmtenet aan dat de huizen van de stad verwarmt met de restwarmte uit de havenzone. Aangesloten huizen stoten in één klap geen vuile stoffen meer uit voor de verwarming en voor warm water.
- Wie een vervuilende wagen van de hand doet, kan rekenen op financiële steun voor een abonnement van De Lijn, een Brugs fietsdeelsysteem of autodelen.
Meer achtergrondinformatie
Veel Bruggelingen maken zich zorgen over de luchtkwaliteit in de stad, en terecht. Uit alle metingen blijkt dat de luchtkwaliteit in de stad nog steeds van zeer slechte kwaliteit is. De advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) voor blootstelling aan fijn stof en stikstofdioxide worden op geen enkele plek in de stad gehaald.
Industrie en verkeer zijn de grootste bronnen van luchtvervuiling.
De hoge schoorstenen van de industrieparken zadelen de stad op met een vervuiling van zwaveldioxiden, stikstofoxiden, zware metalen en fijn stof. Op de Vlaamse kaart van luchtkwaliteit springen de binnenstad en de haven er uit als rode plekken. Door bedrijven te doen inzetten op het verminderen van hun uitstoot met behulp van spitstechnologie voorzien we tegelijkertijd in de lange termijn toekomst van het bedrijf, in de strijd tegen de klimaatopwarming, en in de gezondheid van de Bruggelingen.
Het komt erop aan het wegverkeer zo veel mogelijk af te bouwen en wat overblijft te vergroenen. Vrachtvervoer verleggen we zo veel mogelijk naar het spoor en het water. Voor het personenvervoer werken we aan een fijnmazig net van openbaar vervoer zodat de auto overbodig wordt om je naar de stad of de haven te verplaatsen. Hetzelfde geldt voor stadskankers zoals de Bevrijdingslaan, die de vervuiling van de autosnelweg recht in de stad brengt. Nieuwe parkeertorens in de buitenwijken zijn geen goed idee. Die trekken het verkeer tot in de wijken rond de binnenstad. We pleiten ervoor om de bestaande randparkings gratis te maken. Deze randparkings moeten via het openbaar vervoer op een betaalbare, kwaliteitsvolle en milieuvriendelijke manier een verbinding voorzien met de stad.
Het lokale autoverkeer vervuilt de lucht. Het effect daarvan is vooral erg in de street canyons, smalle straten met weinig luchtcirculatie. De oplossing ligt in de shift van de auto naar de fiets en het openbaar vervoer. Wie toch eens een wagen nodig heeft, moet kunnen rekenen op een efficiënt netwerk van autodeelaanbieders. De stad neemt daarin een sterkere regierol op zodat burgerinitiatieven en commerciële aanbieders elkaar versterken. .
Zolang er geen volwaardig en betaalbaar alternatief is voor de wagen, kan er geen sprake zijn van een lage-emissiezone waardoor je vanaf 2035 enkel nog met een elektrische wagen in de stad zou kunnen rijden.
De wijkmobiliteitsplannen zijn niet opgemaakt samen met de wijkbewoners. Wij pleiten voor een mobiliteitsbeleid waar de inwoners en handelaars in de wijken ook echt een stem in hebben. Enkel zo krijg je een coherente visie die de grote bronnen van vervuiling drastisch vermindert.
Voor schonere lucht moeten we dan ook inzetten op duurzame energie. Het stedelijk energiebedrijf vervult hierbij een sleutelrol. Door het uitbreiden van het stedelijk warmtenet kunnen we onze huizen verwarmen met de restwarmte uit de haven. Zoals in Kopenhagen, de stad zonder schoorstenen, waar 97 procent van de inwoners warm water aan huis geleverd krijgt. Een enorme winst voor de luchtkwaliteit en voor het klimaat. Door isolerende renovaties te ondersteunen, zorgen we ervoor dat de overblijvende gasketels kunnen worden vervangen door alternatieven of minder moeten draaien. Campagnes rond de effecten van houtstook verlagen het aantal houtkachels in de stad.
Geluid is na luchtvervuiling de belangrijkste milieu-oorzaak van gezondheidsproblemen. Geluidsoverlast zorgt onder andere voor een verstoorde slaap, meer stress en wordt ook gelinkt aan depressies en hart- en vaatziekten. De stad heeft heel wat instrumenten om te komen tot een gezonde geluidsbeleving voor alle bewoners zoals het mobiliteitsbeleid en -infrastructuur, geluidsnormen voor industrie, horeca en evenementen of het voorzien van voldoende stilte- en luwteplekken op wandelafstand. Wij pleiten voor een ambitieuzer geluidsactieplan voor de stad.
De bodem baart ons meer en meer zorgen. Historische vervuiling van gronden in de stad heeft een impact op onze gezondheid, dat toonde de vervuiling op de 3M-site in Zwijndrecht nog maar eens aan. De stad werkt een bodembeleid uit op maat van elke wijk. Even belangrijk als het grondig aanpakken van de verontreiniging is het correct informeren van bewoners over de risico’s van bodemverontreiniging.
Twee. Groen en open ruimte in elke buurt
- We zorgen ervoor dat bos- en parkzones als groene vingers diep in het stadsweefsel binnendringen, doorkruist door een netwerk van fiets- en wandelpaden.
- We kopen ongebruikte terreinen op om er openbare groene ruimte te creëren. Iedereen heeft recht op groen in de buurt, waar je kan picknicken, sporten en spelen.
- We vergroenen het straatbeeld door gevelbegroeiing, groenslingers en tegeltuintjes te stimuleren en door voor elk plein na te gaan of het groener kan. We houden daarbij rekening met mensen met een beperking.
- Ook de aanleg van groendaken en van stadslandbouw op daken en balkons ondersteunen we.
- In samenwerking met Natuurpunt maken we een nieuw bomenplan voor meer bomen en voor het behoud van oude bomen.
- De stad neemt meer vast personeel in dienst voor het onderhoud van het toenemende stadsgroen op pleinen, in parken en straten.
- We investeren weer in bos- en zeeklassen om jonge Bruggelingen in contact te brengen met natuur en landbouw.
- We faciliteren ecologisch co-tuinieren op braakliggende gronden in de stad.
- We maken een budget vrij waarmee de stad of natuurverenigingen natuurgebied kunnen aankopen om het te behouden en beheren.
- We werken verder aan het weer openleggen van stromende waterlopen in de stad, met aangename wandelmogelijkheid langs de oevers, zoals al gebeurd is aan ‘t Zand en het Albertpark.
- We stellen een stadsecoloog aan, die een globale visie op de stedelijke ecologie uitwerkt en deze visie over de verschillende beleidsterreinen heen in de praktijk brengt.
Meer achtergrondinformatie
Natuur en groen is rustgevend, tempert het geraas van het verkeer, vangt luchtvervuiling op en zorgt voor koelte in de zomer. Bomen en planten zijn essentieel in een gezonde leefomgeving. Ze zouden een basisrecht moeten zijn voor elke stadsbewoner. Willen we een voor iedereen leefbare stedelijke omgeving, dan hebben we een globale visie nodig. Een visie met een evenwicht tussen private, bebouwde ruimte en gemeenschappelijke open en groene ruimte. Een visie met een focus op meer biodiversiteit en waardevolle natuurgebieden.. Ondanks geleverde inspanningen, beschikt de stad over weinig openbaar groen in en buiten de stad.
Eén van de oorzaken ligt bij het privatiseren van gemeenschappelijke openbare ruimte. Stadsruimte die vrijkomt wordt maar al te dikwijls zonder enige inspraak toevertrouwd aan bouwpromotoren en projectontwikkelaars. Die poten er grote woon- en kantooreenheden neer die meer bewoners opleveren maar vaak veel te weinig bijkomende open en groene ruimte. In de praktijk zijn het vaak enkel de inwoners van peperdure projecten die toegang hebben tot het extra groen. Overal in de stad worden terreinen die de noodzakelijk zijn voor openbaar groen verpatst aan projectontwikkelaars. Stadsgroen wordt zo een voorrecht voor rijkere wijken en in de buurt van nieuwe groene zones stijgen de grond- en woningprijzen zienderogen.
Voor ons kan er geen sprake zijn van het uitbesteden van publieke gronden aan private projectontwikkelaars. De stad moet meer haar verantwoordelijkheid nemen in het garanderen van de toegang tot groene ruimtes. Daarom voeren we met de stad een actief aankoop- of omruilbeleid voor braakliggende terreinen en leegstaande of oninteressante panden. Die vormen we om tot nieuwe publieke open ruimte, parken om te sporten, te picknicken, te spelen of te barbecueën. Daarnaast willen we ook werk gemaakt worden van groene oevers.
Wij pleiten ervoor dat de groene gordel rond Brugge zo snel mogelijk versterkt wordt: Tillegem, Chartreuse, Tudor, Beisbroek, Foreest). Deze stadsbossen zijn niet altijd voldoende toegankelijk voor alle stadsbewoners. Daarom moet ook het ontsluiten van deze polen via veilige fietsroutes en vooral het openbaar vervoer een belangrijke prioriteit worden.
Om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen moet er absoluut een stop komen op de steeds grotere verharding van gronden in de stad. Tijdens de voorbije legislatuur alleen al, tussen 2018 en 2024, is er 4 procent meer oppervlakte verhard. Asfalt, steen en beton houden warmte vast en bemoeilijken de infiltratie van water, wat de stad zeer kwetsbaar maakt voor de veranderende weerpatronen. Verharding stoppen betekent niet dat er nergens meer mag gebouwd worden. Om de bevolkingstoename en de wooncrisis op te lossen zal er nu eenmaal moeten bijgebouwd worden. Maar elke oppervlakte die verhard wordt, moet minstens gecompenseerd worden door ontharding van dezelfde oppervlakte in de nabije omgeving. De stad moet ook actief op zoek gaan naar inrichtingen die vatbaar zijn voor ontharding. Daarnaast moeten, met onmiddellijke ingang, alle projectontwikkelaars die gebieden willen verharden een bijdrage leveren aan een onthardingsfonds, waarmee onthardingsprojecten kunnen worden gefinancierd
Drie. Af van het afval
- We openen stedelijke herstelateliers voor herstel van elektrische toestellen, meubels en kleren, of voor demontage ervan om bruikbare reservestukken of herbruikbare grondstoffen over te houden.
- We ondersteunen repair cafés, ruil- en geefmarkten en tweedehandswinkels.
- We richten de Bouwbank op als een stedelijke dienst voor ondersteuning bij de sloop en renovatie van gebouwen. De Bouwbank dient ook als stock voor gebruikte bouwmaterialen.
- We voorzien per wijk een compostpunt, waar je onder begeleiding van ervaren vrijwilligers organisch materiaal kan composteren en de compost kan ophalen voor gebruik in de stadstuinbouw.
- Alle afvalfracties, ook grof huisvuil en steenpuin, laten we gratis binnenbrengen in het containerpark. We voorzien in voldoende geschoold personeel dat kan vermijden dat bruikbare zaken als afval verbrand worden.
Meer achtergrondinformatie
Veel grondstoffen voor de producten die we dagelijks gebruiken, aardolie voor plastics of zeldzame metalen voor batterijen, zijn eindig. We kunnen ze niet uit de grond blijven halen. Producten die rap stuk gaan of snel in de vuilnisbak belanden, zijn dus geen goed idee. We willen volop de strijd aangaan tegen de afvalberg door onder andere de circulaire economie in onze stad te ontwikkelen. In een circulaire economie wordt afval weer . grondstof om nieuwe producten te maken. Zo reduceren we de afvalberg en de impact op het klimaat en milieu. We moeten afstappen van de kapitalistische wegwerp-logica en evolueren naar hergebruik, repareren, en delen.
Eén van de belangrijkste partners in het bestrijden en verwerken van afval is uiteraard Ivago. Wij eisen dat het bedrijf opnieuw volledig in publieke handen wordt genomen en dat het bestuur wordt gedemocratiseerd. Enkel als volwaardig burgerbedrijf waarbij ook de werknemers inspraak krijgen kan Ivago zich ook volop inzetten voor afvalpreventie en de strijd tegen sluikstorten.
Sluikstorten is een blijvend probleem in de stad en in het bijzonder in dichtbevolkte wijken zoals Sint-Pieters. Wij willen bijkomende personeelsleden bij IVBO om het probleem op te lossen. Daarnaast moeten de gratis ophaalrondes voor grofvuil opnieuw ingevoerd worden en moeten er op probleempunten bijkomende vuilnisbakken komen. Uiteraard moet er meer ingezet worden op preventie, via sensibiliseringscampagnes en via parkwachters die buurtbewoners begeleiden in parken.
Door statiegeld in te voeren op blikjes en plastic flessen, zoals dat vandaag voor glazen flessen al bestaat, kan de hoeveelheid zwerfvuil drastisch verminderd worden. Door te investeren in circulaire productie, herstel en hergebruik van producten en recyclage, verminderen we de hoeveelheid restafval jaar na jaar.
Om afval te vermijden, voorzien we in elke wijk kringwinkels en hergebruik-, reparatie- en deelpunten. Zo kunnen we gebruiksvoorwerpen, kledingstukken en meubels laten herstellen om ze te hergebruiken. Is herstel onmogelijk, dan is er nog de optie van demontage om zo veel mogelijk bruikbaar materiaal te recupereren. We ondersteunen initiatieven als ruil- en tweedehandswinkels waar afgedankte spullen een tweede leven krijgen.
Wat onbruikbaar is, moet zo goed mogelijk gerecycleerd worden. Het grootste deel van ons afval komt uit de bouw en sloop van gebouwen. Daar is dan ook nog veel vooruitgang te halen. We willen inzetten op de ontwikkeling van materialenpaspoorten voor gebouwen, wat een totale inventaris van de gebruikte materialen weergeeft. Dit kan in de toekomst een belangrijke hefboom zijn voor het oordeelkundig slopen en het opslaan van gerecupereerde materialen in de stock van een stedelijke Bouwbank. Langs die weg maken we de productie en transport van veel nieuw materiaal onnodig.
Tot slot moet de haar eigen werking sterker baseren op de circulaire principes. In de eerste plaats via een circulair aankoopbeleid en circulair bouwen en -verbouwen. Na enkele proefprojecten is het tijd om de principes in dagelijkse praktijk te brengen.